Voordeel uit uw voorraad halen? Retailers zien het aantal verkoopkanalen nog steeds toenemen, waarbij de kosten, marges en servicewensen per kanaal flink kunnen verschillen. De vraag is waar ze hun voorraden moeten neerleggen om rendement te maximaliseren. Dat is een ingewikkeld, doorlopend spel waarvoor veel data nodig zijn. Een voordeel van al die kanalen: retailers hebben meer knoppen om aan te draaien.
Elk jaar worden 1,2 miljoen kledingstukken vernietigd omdat retailers er niet in slagen ze te verkopen, zelfs niet in de uitverkoop. Uit angst dat deze restanten de markt verstoren of het imago van merken schaden, worden ze verbrand of verscheurd en verwerkt tot vilt. Dat blijkt uit onderzoek van Conclusr in opdracht van MVO Nederland. Volgens dit rapport blijven elk jaar 21,5 miljoen kledingstukken onverkocht achter, ruim zes procent van alle kleding die in de winkels ligt. Het grootste deel daarvan gaat naar goede doelen, opkopers of outlets. Wat sterk te denken geeft, is dat 3,8 miljoen stuks weer terug het magazijn in gaan. Hoe lang duurt het voordat deze dode voorraad alsnog wordt afgeschreven?
Opslag en transport zijn goed voor meer dan zestig procent van Amazons kosten
Walther Ploos van Amstel
De enorme berg onverkochte kleren is symptomatisch voor het onvermogen van retailers om hun voorraden goed te beheersen. Met de toename van het aantal distributiekanalen en de dalende rotaties in traditionele kanalen is de uitdaging alleen maar groter geworden. Steeds meer retailers openen niet alleen winkels in Nederland, maar ook in België, Duitsland, Frankrijk en nog verder weg in Europa. Ze hebben naast hun reguliere winkels een eigen outletkanaal en wellicht nog andere formules. Ze zijn op internet niet alleen aanwezig met een eigen webshop, maar ook actief via marktplaatsen zoals bol.com, Amazon, Wehkamp, eBay en Marktplaats. Wat lang niet alle etailers zich realiseren is dat elk kanaal een ander kostenpatroon heeft en dat consumenten per kanaal weer andere verwachtingen over de service hebben. Tegelijkertijd is het ene kanaal margerijker dan het andere. “Alles draait om rendementsoptimalisatie”, stelt Walther Ploos van Amstel, lector citylogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam en tevens verbonden aan voorraadspecialist Slimstock Retail. Hij noemt Nike als voorbeeld van een retailer die het rendementsspel goed beheerst. “Als Nike een nieuwe schoen introduceert, ligt die de eerste weken alleen in enkele heel exclusieve sneakerwinkels. Vervolgens belanden ze op de schappen van hun eigen offline en online flagshipstores. Pas daarna zijn de ketens van Footlocker en Decathlon aan de beurt, juist omdat Nike weet dat ze daar geen hoge marge kunnen bedingen. Alles wat ze niet verkopen, neemt Nike tot slot weer terug om in de eigen outletstores te verkopen.”